Beleef de Slag om Altena

De grond nabij de plaats Almkerk kent een onstuimig verleden. Tijdens het weekend loop je rond ten tijden van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. De Slag om Altena is een middeleeuws festival ter gelegenheid van de belegering van Slot Altena in 1393 door de Graaf van Holland. Een heel weekend lang wordt het terrein bij de motte van Slot Altena omgetoverd in een middeleeuws kampement.

Neem een stap terug in de geschiedenis en zie en ervaar hoe men vroeger leefde en werkte. Bekijk hoe ambachtslieden en handelaren in de middeleeuwen de mooiste voorwerpen konden maken met hun handen en gereedschappen. Luister naar de middeleeuwse muziek onder het genot van middeleeuws bier en eten, zoals het een bourgondiƫr uit oude tijden betaamd! Geniet ondertussen van de verschillende activiteiten zoals de paardenshow en de roofvogelshow, waag zelf een poging bij het boogschieten of schiet zelf een katapult af.

Wanneer de spanning stijgt in het kampement en de ridders en soldaten hun harnassen en wapens beginnen te poetsen en te verzamelen dan is het bijna zo ver... de grote middeleeuwse veldslag. De Graaf van Holland heeft de moord op zijn vrouw en commandant aangepakt om een veldtocht te beginnen tegen de Hoekse edelen. De hoekse en kabeljauwse twisten laaien weer op. Zijn zoon, medeplichtig in het moordcomplot, is gevlucht naar Slot Altena.


Kom jij er achter wie de slag om Altena wint?

Dit kunt u vinden tijdens het weekend op de slag om Altena

Ambachten en handelaren

In de middeleeuwen werd alles ambachtelijk met de hand gemaakt. Verschillende ambachtslieden en handelaren zetten hun winkel op bij de Slag om Altena en demonstreren hoe men vroeger met de hand de mooiste voorwerpen konden vervaardigen.

Ridders en soldaten

De graaf van Holland komt er aan! Rondom de oude motte van Altena herrijst een compleet soldatenkamp in afwachting van de naderende slag. Neem een kijkje bij de harnassen en zwaarden van de ridders en luister naar hun spannende verhalen.

Shows en meer

De hele dag is er van alles te doen op het terrein. Bekijk de paardenshow op het hoofdveld of laat je verbazen door de vliegkunsten van roofvogels en uilen. Probeer zelf eens het doel te raken bij het boogschieten, of schiet je liever een katapult af? De hele dag door pret.

Concert

Op de zaterdag avond zal er een concert gehouden worden. Een muzikale vertaling van Altena Brass van de Slag om Altena, vol spanning en sensatie waar Magisch verhaal je zal mee nemen in het verhaal over Jacoba van Beieren. Een openlucht concert op deze prachtige locatie is voor de muziekliefhebber een echte ervaring.

De Geschiedenis van Altena

Slot Altena

Het Land van Altena is een historische landstreek en voormalige heerlijkheid in het noorden van Noord-Brabant. Het gebied wordt in het noorden begrensd door de Afgedamde Maas en de Boven-Merwede, in het westen door de Biesbosch, in het zuiden door de Bergsche Maas en in het zuidoosten door het Land van Heusden.
Het wapen van het Huis Altena toont twee zalmen, verwijzend naar de riviervisserij, die in het Land van Altena een belangrijke bron van inkomsten was.

Het Land van Altena was oorspronkelijk een leen van Brabant aan de graaf van Kleef, en werd door de heren van Heusden als achterleen gehouden. De heren Van Altena waren waarschijnlijk eerst gewone grootgrondbezitters die namens de graaf van Kleef dit gebied mochten besturen. Omdat Kleef ver weg lag, gedroegen de heren Van Altena zich alsof zij de baas waren. Ook het Land van Heusden viel onder de graven van Kleef, en ook hier gedroegen de heren zich alsof zij niets met Kleef te maken hadden.

Omdat Woudrichem groeit in de 10e eeuw, ontstaan er straten in de nederzetting. Waarschijnlijk werd de plaats beschermd door een houten palissade en mogelijk een gracht. Omdat Woudrichem een vrij gebied tussen de hertogdommen Brabant en Gelderland en het graafschap Holland is, gaat het economisch erg goed in Woudrichem. Het plaatsje groeit uit tot de hoofdstad van het gebied.

Het graafschap Holland grensde aan het Land van Altena en de graaf van Holland wilde graag meer te vertellen krijgen in dit gebied. In 1230 droeg Dirk van Altena zijn slot Altena – dit stond in Almkerk – en de Woudrichemmerwaard over aan de graaf van Holland, om het vervolgens in leen terug te krijgen. Nu hadden de heren van Altena twee leenheren. De heren van Altena bewoonden een kasteel, wat in Almkerk stond en niet meer bestaat, maar de heuvel waar het kasteel stond is nog goed te zien aan de rand van de Alm bij Almkerk. De naam van de familie Van Altena is in de 14e eeuw de naam geworden voor het hele gebied, hiervoor nog de Woudrichemmerwaard genoemd.

Graaf Willem III maakte in 1332 van gunstige omstandigheden gebruik om het leenheerschap van Altena te kopen; de grafelijke riviertol van Niemandsvriend (bij Sliedrecht) werd in 1354 als grenstol naar Woudrichem verplaatst. Nu is de heer van Altena alleen nog leenschuld verschuldigd aan de graaf van Holland.

In de latere middeleeuwen waren de heren Van Horne leenman van Altena, de familie Van Altena was inmiddels uitgestorven. In 1357 wist graaf Willem V, tegen een belofte van hulp in de opvolgingsstrijd tegen Vlaanderen, stad en lande van Heusden van Wencelaus en Johanna van Brabant te verkrijgen, maar hij overleed kort daarna. Zijn zoon was nog erg jong en werd door zijn oom, Dirc Loef, aan de kant geschoven. Zo werd Dirc Loef van Horne de nieuwe heer van Altena. Hij vestigde zijn gezag over het Land van Altena met militair geweld, en liet tegenover Woudrichem een kasteel bouwen, Slot Loevestein. Na elf jaar verloor Dirk Loef zijn leen. Door toedoen van de nieuwe hertog van Holland, Albrecht werd het teruggegeven aan zijn neef Willem VII van Horne. Slot Loevestein bleef wel zijn eigendom, maar hij mocht het niet aan anderen dan aan de heer van Altena verkopen.

In 1386 geeft Willem VII van Horne opdracht voor de bouw van de stadsmuren om Woudrichem. In de Hoekse en Kabeljauwse twisten was Willem aanvankelijk een bondgenoot van Albrecht van Beieren, graaf van Holland, maar raakte bij deze uit de gunst. De leenrechten van Altena werden vervolgens aan Willem van Horne ontnomen en toegekend aan Albrecht's zoon Willem van Oostervant, de latere Willem VI van Holland. Dit was een grote fout, want in 1392 was Willem betrokken bij een samenzwering tegen zijn vader. De samenzwering mislukte en Willem vluchtte naar zijn kasteel bij Almkerk en vandaar naar het zuiden. Zijn vader belegerde in 1393 de burcht en maakte die met de grond gelijk.

In 1394 sluiten vader en zoon weer vrede. In 1404 werd Willem VI zelf graaf van Holland en krijgt hij te maken met de Arkelse Oorlog, een oorlog tussen Holland en de familie Van Arkel uit Gorinchem die was begonnen in 1401. Dit heeft voor Woudrichem fatale gevolgen: als Willem dreigt om krijgsgevangenen te radbraken, steken Arkelsen vanuit Gorinchem over naar Woudrichem en branden de stad plat. Willem wist de stad terug te veroveren in 1412, waarmee hij de familie Van Arkel er definitief onder wist te krijgen. Dit had voor Woudrichem het onaangename gevolg dat grafelijke tol naar Gorinchem in 1420 werd verplaatst.

Dit alles past in een onrustige periode op het einde van de Middeleeuwen in ons land. Allerlei adellijke families en steden voerden met elkaar oorlog. We noemen deze periode de Hoekse en Kabeljauwse twisten, vernoemd naar de verschillende facties binnen de elite van het graafschap Holland. In deze periode speelt een jonge gravin, Jacoba van Beieren, een grote rol, haar naam is nog steeds verbonden met Woudrichem. In 1419 komen de belangrijkste edelen met hun gevolg naar Woudrichem om te praten over de problemen van Jacoba met haar oom, Jan van Beieren. Jacoba was de dochter van graaf Willem VI. In 1417 was Jacoba haar vader opgevolgd als gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Het was voor haar als vrouw erg moeilijk om gravin te blijven, alleen een sterke en machtige echtgenoot zou haar kunnen helpen. Toen de Duitse keizer Jacoba's oom Jan van Beieren als opvolger van Willem VI aanwees, laaiden de Hoekse en Kabeljauwse twisten weer op. Daarom werd in Woudrichem over de vrede onderhandeld, deze vrede noemen we de ‘Zoen van Woudrichem’.

Deze vrede maakte geen einde aan de ruzie tussen Jacoba en haar oom. Jacoba vertrekt naar Engeland om daar steun te vinden voor haar strijd. Ze trouwt met Humphrey van Gloucester, zoon van koning Hendrik IV van Engeland, maar hij doet weinig voor Jacoba. Inmiddels was haar oom Jan van Beieren overleden, met Jacoba's neef Philips van Bourgondiƫ als zijn erfgenaam. Hij neemt Jacoba gevangen en sluit haar op in Gent. In 1425 weet Jacoba te ontsnappen en via Woudrichem vlucht ze naar Gouda. In 1428 sluit ze vrede met haar neef Philips, maar zij moet haar macht afstaan aan Philips. Hiermee komt een einde aan een langslepend conflict, en Philips van Bourgondiƫ erkende in 1452 als hertog van Brabant zijn recht als graaf van Holland op Heusden.

In de 16e eeuw trachten de heeren Van Horne van hun aanzienlijke positie in de Bourgondische Nederlanden gebruik te maken om Altena tot een soevereine heerlijkheid verheven te krijgen. Het schijnt, dat Philips II er wel oren naar had, maar de Nederlandse Opstand kwam tussenbeide. De positie van de heren Van Horne werd bij de splitsing tussen Noord- en Zuid-Nederland dubieus en de Staten van Holland maakten in 1590 van de gelegenheid gebruik om alle rechten van het geslacht Van Horne op Altena af te kopen.

Partners

In samenwerking met